Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo verklaarde hij haar zijn ganse hart, en zeide tot haar: Er is nooit een scheermes op mijn hoofd gekomen, want ik ben een [30]Nazireer Gods van mijn moeders buik af; indien ik geschoren wierd, zo zou mijn [31]kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden, en wezen als alle de mensen. 30. Zie boven, hfdst.13 vs.5. 31. Niet dat zijn kracht in het haar gelegen was, maar omdat het afscheren van zijn haar een verbreking was van de gelofte zijns nazireerschaps [Num.6:5; boven, hfdst.13 vs.5], waaraan hij verplicht was door het bevel Gods, die hem door zijn Geest met deze extra-ordinaire sterkte begaafde, zolang hij zijn nazireerschap onderhield, maar hem daarvan ontblootte toen hij aan de inbreuk daarvan schuldig werd.